Op Vakken.nl staan heel veel ezelsbruggetjes voor verschillende vakken. Voor begrijpend lezen kunnen we geen ezelsbruggetjes geven, maar wel tips om teksten beter te begrijpen en snel te kunnen weten wat het belangrijkste uit de tekst is en wat een tekst betekent.
Kaartjes maken
Wat je zou kunnen doen, is kaartjes maken. Dit kun je samen met je ouders of met een grotere broer of zus doen. Schrijf op de voorkant van het kaartje een woord dat je bent tegengekomen in een tekst. Dat werkt het best met woorden die je nog niet begrijpt of moeilijk vindt.
Op de achterkant van het kaartje plak je een plaatje. Dat plaatje is de betekenis van het woord op de voorkant. Je kunt het plaatje uit tijdschriften halen, of misschien op internet opzoeken en printen.
Maak er daarna een spelletje van: geef de kaartjes aan je ouders, een broer of zus of aan een vriend of vriendin. Jij mag alleen de achterkant van het kaartje zien. Jij moet dan het woord op de voorkant raden. Zo leer je op een leuke manier nieuwe woorden en worden moeilijke teksten een stuk makkelijker!
Een woordenboek voor kinderen kopen
Misschien heb je op school al geoefend met het gebruiken van een woordenboek. Bij Vakken.nl weten we dat veel kinderen het moeilijk vinden om een woordenboek goed te gebruiken. Daarom raden wij aan een woordenboek voor kinderen te kopen. Zo’n woordenboek legt op een makkelijke manier de betekenis van een woord uit.
Als je een woord dus niet weet, kun je deze opzoeken in het woordenboek. En daar kun je misschien weer kaartjes van maken. Gebruik daarvoor de tips op deze website.
Het alfabet oefenen
Voordat je een woordenboek kunt gebruiken, moet je weten hoe het alfabet werkt. Daarvoor moet je heel veel oefenen. De meeste kinderen kennen het alfabet wel, maar vinden het moeilijk om de letter na de eerste letter op te zoeken. Op het internet staan ook veel oefeningen die je kunt gebruiken.
Probeer het maar eens met deze oefening:
Column – codicil – collecte – coalitie – coach – cocon – collega – cognac – coderen.
Welk woord komt het eerst?
Spreekwoorden en gezegden
Sommige zinnen kunnen niet in het echt. Je kunt niet echt een punthoofd krijgen, zo gek zijn als een deur of ze zien vliegen. Je kunt wel de puntjes op de i zetten, maar dat is niet wat schrijvers bedoelen.
We noemen deze zinnen ‘spreekwoorden en gezegden’. Ze zijn ‘figuurlijk’. Dat betekent dat de woorden iets anders betekenen dan wat er letterlijk staat. Dat brengt kinderen heel vaak in de war.
Heeft je vader wel eens: “Nou breekt mijn klomp” gezegd, terwijl hij helemaal geen klompen aan heeft? Hij bedoelt dat hij er niets van snapt, maar dat zegt hij niet.
Als je niet weet wat deze zinnen betekenen, kun je het best aan je ouders, een grotere broer of zus, je juf of meester of een oudere vriend of vriendin vragen wat dit betekent. Je kunt ook op het internet zoeken of een woordenboek gebruiken.
Voor als je geen zin hebt om te lezen…
Soms heb je geen zin om te lezen. Dat is niet erg. Je kunt het wel leuker voor jezelf maken om toch te gaan lezen. Maak er een soort zoektocht van, en stel jezelf deze vragen:
- Wie zijn de hoofdpersonen?
- Wat voor soort verhaal is het?
- Is het waargebeurd?
- Wat vind je van het verhaal?
- Waarom vind je dat?
- Zou je het verhaal zelf willen meemaken?
- Als jij het verhaal had bedacht, zou je het verhaal dan ook zo laten aflopen?
- Hoe zou het verhaal ook kunnen eindigen?
- Welk cijfer geef je aan dit verhaal?
- Past de titel bij het verhaal?
- Waarom past de titel wel of niet bij het verhaal?
Als je op deze vragen een antwoord kunt geven, begrijp je de tekst misschien een beetje beter. Zo is het ook leuker om te lezen.
Een samenvatting maken (voor groep 7 en 8)
In groep 7 en 8 moet je een samenvatting maken van de tekst die je hebt gelezen. Zo begrijp je niet alleen waar een tekst over gaat, maar onthoud je de tekst ook.
Een samenvatting maken doe je zo:
- Lees de tekst een keer door.
- Zoek de betekenis van de moeilijke woorden op.
- Schrijf het onderwerp op van de tekst.
- Schrijf van iedere alinea de belangrijkste woorden en zinnen op. We noemen deze woorden en zinnen ‘kernwoorden’ en ‘kernzinnen’.
- Maak een samenvatting door de belangrijkste woorden en zinnen te gebruiken.