Vind je rekenen moeilijk? Kun je de maten maar niet onthouden of snap je breuken niet? Geen probleem, heel veel kinderen vinden dit moeilijk. Daarom zijn er een paar ezelsbruggetjes, zodat je trucjes makkelijker kunt onthouden. Vooral bij het rekenen zijn er heel veel manieren om rekensommen te maken.
Ezelsbruggetjes opschrijven
Bij het rekenen kun je het best beginnen met het lezen van de som en het opschrijven van het ezelsbruggetje. Begin niet meteen met het maken met de som, maar met het schrijven. Als je het ezelsbruggetje hebt opgeschreven, kun je deze altijd snel terugvinden en weer gebruiken. Dat mag gewoon bij proefwerken en toetsen. Zolang je het maar uit je hoofd hebt geleerd!
Maten omrekenen
Kilometers, hectometers, decameters, meters, decimeters, centimeters, millimeters…. Vaak zijn deze maten heel moeilijk te onthouden, omdat er zoveel van zijn. En vaak is het omrekenen ervan ook niet makkelijk. Daar hebben we een trucje voor gevonden: een zinnetje uit je hoofd leren. Pak de eerste letters van ieder woord van deze zin:
Kan Het Dametje Met De Centimeter Meten?
Bron: Rekenen – Squla
Je ziet dan de letters K, H, D, M, D, C en M. Onthoud dat de laatste m voor de tweede keer in de zin zit, en dus eigenlijk ‘mm’ is. Als je dit rijtje opschrijft, heb je precies alle lengtematen op een rij, namelijk:
KM – HM – DAM – M – DM – CM – MM
Teken boven dit rijtje pijltjes naar rechts. Teken daarna onder dit rijtje pijltjes naar links. Bij de bovenste pijltjes schrijf je ‘x10’ en bij de onderste pijltjes ‘:10’. Zo weet je precies wanneer je iets moet delen en wanneer je iets moet vermenigvuldigen.
Onthoud dat iedere stap één nul is. Een voorbeeldje: van kilometer naar meter is het drie stappen zetten in het rijtje. Oftewel: 3 nullen. Een kilometer is dus 1000 meter, een 1 met drie nullen. Best simpel, toch?
Voor als je niet weet of je moet delen of moet vermenigvuldigen, kun je deze zin onthouden:
Naar Rechts is keeR
Naar Links is deLen.
Een handige tip: print de onderstaande afbeelding en hang deze op een plek die je snel ziet:
Delen door nul?
Soms proberen juffen en meesters ons een beetje te foppen. Ze willen dat we iets delen door nul. Daar trappen wij niet meer in! Onthoud het zinnetje ‘Delen door nul is flauwekul’ en je weet precies wat er uit het sommetje komt: 0.
Dat zit zo: als je niets hebt, kun je niets delen. Denk maar aan een lege zak waar chocolaatjes in hebben gezeten. De chocolaatjes zijn weg, die kun je niet meer weggeven. Zo weet je dat niets delen door niets nooit kan.
Romeinse cijfers
Romeinse cijfers zijn soms heel moeilijk om te onthouden. Ook daarvoor is een zinnetje bedacht: ‘Ik Verwissel Xanders Lekkere Citroenen Door Mandarijnen’. Je pakt hier weer de eerste letters van ieder woord van:
I
V
X
L
C
D
M
Het enige wat je moet onthouden, is hoeveel iedere letter ‘waard’ is en dat je het rijtje van boven naar onder moet lezen. Onthoud dit rijtje:
I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Een voorbeeld: 155 is ‘CLV’, want C = 100, L = 50 en V is 5. Tel je dit bij elkaar op, dan kom je op 155. De eerste letter is altijd de grootste.
Voorrang
Bij moeilijke sommen, zoals met haakjes, moet je onthouden dat haakjes het belangrijkste zijn. Vroeger werd daar het zinnetje ‘Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord’ voor gebruikt, maar die klopt eigenlijk niet meer. Beter is de zin:
‘Het Mooie Witte Trage Veulentje Draaft Op En Af’
Als je deze zin onthoudt, weet je dat dit de volgorde is:
Haakjes Machtsverheffen Tekenwisseling Vermenigvuldigen Delen Optellen Aftrekken.
Zoals je ziet zijn de eerste letters van de zin gelijk aan de eerste letters in de volgorde. Schrijf dit zinnetje voor jezelf op en zet onder iedere letter wat het betekent. Bij ‘Het’ schrijf je dus bijvoorbeeld ‘Haakjes’. Zo weet je altijd hoe een rekensom uitgerekend moet worden!